Iedereen begint ergens, maar hoe begin je als topsporter? Topschaatsster Irene Schouten vertelt hoe zij begon om het onmogelijke mogelijk te maken. Hoe verliep haar weg naar succes? Welke hobbels heeft ze moeten nemen voordat ze de topschaatsster werd die ze nu is?
De eerste meters
Schaatsen was voor Irene Schouten een logische keuze; haar oudere broer en zus waren al lid van de schaatsclub. “Op mijn achtste gingen we ’s winters samen met de bus vanuit ons dorp naar de ijsbaan. Zo begon het allemaal. Ik was super gedreven, wilde absoluut beter zijn dan mijn leeftijdsgenootjes. Het ging heel snel, ik mocht al snel naar een hogere groep. Op clubniveau won ik wel eens wat. Toen ik daarna nationale kampioenschappen ging rijden, merkte ik dat ik op dat niveau nog niet goed genoeg was. Dat leerde me om mezelf te verbeteren.”
Handbal of schaatsen?
Behalve op schaatsen zat de jonge Irene Schouten ook op handbal. “Toch wist ik redelijk snel dat ik in een individuele sport beter mijn ei kwijt kon. Ook als handbalster wilde ik graag de beste zijn. En ik heb wel iets van een leiderstype. Dus als mijn handbalteamgenootjes dan iets niet goed deden, dan stond ik op en zei daar wat van. Dat vond niet iedereen even fijn.”
Hobby en/of werk
“Of ik van mijn hobby mijn werk heb gemaakt? Nee hoor, schaatsen is nog altijd m’n hobby. Toen ik op een goed moment er plots voor betaald kreeg, dacht ik wel: okay, nu mag ik het ook werk gaan noemen. In die tijd stond ik als 17-jarige voor een belangrijke keuze: studeren of topsport? Ik overwoog een hbo-opleiding Sport en Beweging in Haarlem, ik was altijd geïnteresseerd in beter worden als sporter. Dat bleek niet te combineren met topsport – 4 of 5 keer per week trainen in Heerenveen – en dus koos ik voor schaatsen.”
Altijd willen winnen
Dat bleek de juiste keuze. “Profschaatsen past goed bij me; ik hou heel erg van winnen, het uiterste uit jezelf halen. Mijn streven is de beste race te rijden als het erom spant. Een topprestatie leveren als het moet. Als jong talent had ik een constante stijgende lijn te pakken; mijn prestaties werden lange tijd steeds beter en beter. Maar op een gegeven moment merk je dat er andere dingen in het leven gebeuren die ook aandacht en energie vragen.”
Vallen en opstaan
Het is 2016 en het gaat erg goed met Irene: ze kwalificeert zich voor Europese toernooien en scoort zelfs nationale en internationale prijzen. “Thuis zijn we heel hecht; mijn vader en broers zorgen voor het bedrijf, mijn moeder regelt thuis alles. Maar plots kreeg mijn moeder een hersenbloeding. Dat hakt erin: ze valt plotseling uit, als gezin moesten wij haar opvangen en intensief verzorgen. Wie houdt dan het huishouden draaiende? Dat kostte veel tijd, kracht en energie.”
Vraagtekens
Deze mentaal zware periode brengt Irenes keuze voor de topsport bijna aan het wankelen. “Je vraagt je af: al dat harde werken en trainen, waarom doe ik dat eigenlijk? Thuis hebben we hier goede gesprekken over gevoerd. Onze conclusie: mijn moeder had niet gewild dat ik het schaatsen zou opgeven. Mijn zus ging minder werken, zodat ze vaker de zorg voor onze moeder op zich kon nemen. Hierdoor heb ik mijn sportcarrière kunnen voortzetten.”
Steun en toeverlaat
Naast haar gezin en schaatscoaches Jillert Anema en Arjan Samplonius is een belangrijke rol weggelegd voor Irenes echtgenoot. “Als partner van een topsporter heb je het niet makkelijk. Als sporter ben ik vaak weg, sommige periodes zijn stressvol. Het lukt mijn man niet altijd om mee te gaan naar mijn wedstrijden. Andersom is het voor mij lastig dat ik nooit mee kan naar feestjes met zijn vriendengroep. Toch is hij er altijd als steun en toeverlaat. En als ik chagrijnig ben na een verloren race, dan laat hij me even met rust.”
Hoogst haalbare
Haar hoogtepunt: drie gouden medailles tijdens de Olympische Spelen van 2022 in Peking. “Daar ben ik ongelooflijk trots op. Iedereen zag me als de grote favoriet, de hele wereld verwachtte dat ik zou winnen. Dat jaar was ik al goed bezig. Maar als er zoveel op het spel staat, is het moeilijk om vervolgens op het juiste moment alles eruit te halen wat erin zit. Toch is het gelukt: voor het oog van de wereld wist ik daar het hoogst haalbare te bereiken.”
Hard werken
Zonder het doorzettingsvermogen dat ze van kinds af aan heeft meegekregen, was Irene misschien nooit olympisch kampioen geworden. “In de kwekerij van mijn ouders: ook al regent het, je blijft doorwerken tot het werk gedaan is. Op de racefiets met tegenwind? Je moest door. Alles wat ik tot nu toe heb meegemaakt, heeft me geholpen bij wat ik als schaatser heb gepresteerd. Ik ben niet de meest getalenteerde schaatser en ik weet ook dat alleen talent niet genoeg is. Zonder hard werken zou ik er nooit zijn gekomen.”
Niets is onmogelijk
Irene presteerde iets dat velen voor onmogelijk hadden gehouden. “Mijn hele leven bestaat eigenlijk uit het keihard werken voor iets wat misschien onmogelijk lijkt. Maar als je ergens echt voor gaat en er alles voor doet, dan kun je heel ver komen. Daarom past de missie Start Your Impossible van Toyota perfect bij mij.”
Start Your Impossible
Het motto van Toyota is mobiliteit voor iedereen. We zijn ervan overtuigd dat mobiliteit verder gaat dan alleen auto’s. Tijdens ’s werelds grootste sportevenement bewijzen atleten dat niets onmogelijk is. Er wordt telkens bewezen dat niets onhaalbaar is en dit inspireert ons dat met de kracht van bewegen het onmogelijke kan worden bereikt. Vanwege deze idealen is Toyota trotse mobiliteitspartner van de Olympische en Paralympische Spelen.